2 Milieurechtelijke
beginselen en
milieuzorgplichten
2.1 Inleiding op hoofdstuk 2
Rechtsbeginselen en zorgplichten
In dit hoofdstuk worden de rechtsbeginselen en de zorgplichten op het
terrein van de milieuzorg behandeld. De rechtsbeginselen onderscheiden
zich van de zorgplichten door hun abstractere karakter. Anders dan bij
rechtsbeginselen het geval is, vestigen zorgplichten rechtstreeks
rechtsplichten voor burgers of bestuursorganen. Rechtsbeginselen
moeten, teneinde tot hanteerbare rechten en verplichtingen te kunnen
leiden, worden geconcretiseerd. Dat kan gebeuren via wetgeving of door
de vaststelling van uitvoeringsregelingen, maar ook via rechterlijke
uitspraken, of in de bestuurspraktijk. Om die reden worden
milieurechtelijke beginselen zowel 'gemaakt' (door vaststelling in
regelingen) als 'gevonden' (bij de toepassing van die regelingen).
Rechts- en milieubeginselen
Voordat we nader ingaan op de beginselen is het voor een goed begrip
nodig (in par. 2.2) om te komen tot een nadere begripsafbakening
tussen rechts- en milieubeginselen. Er kunnen beginselen worden
onderscheiden die weliswaar ecologische beginselen zijn, maar daarmee
nog geen rechtsbeginselen. Omgekeerd kennen we natuurlijk ook
rechtsbeginselen die geen ecologische beginselen zijn.
Internationale en Europese milieurechtelijke beginselen
Omdat de meeste in het Nederlandse recht werkzame milieurechtelijke
beginselen hun oorsprong vinden in het internationale recht, besteden
we (in par. 2.3) eerst aandacht aan de internationale milieurechtelijke
beginselen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen algemene,
internationale beginselen en Europese milieurechtelijke beginselen in het
bijzonder. Deze laatste beginselen, zo zullen we zien, vinden vaak hun
oorsprong in de eerste.
Grondslagen en beginselen in het Nederlandse milieurecht
De in paragraaf 2.4 behandelde Nederlandse milieurechtelijke
beginselen zijn op hun beurt meer of minder expliciete uitwerkingen van
de internationale en Europese milieurechtelijke beginselen. Wat deze
laatste groep beginselen betreft, kan onderscheid worden gemaakt
tussen beginselen die in de Nederlandse milieuwetgeving zijn
opgenomen en beginselen die daarin niet zijn terug te vinden maar die
af te leiden zijn uit jurisprudentie of bestuurspraktijk.
Voordat we de beginselen van het Nederlands milieurecht op een rij
zetten zal eerst aandacht worden geschonken aan enkele bijzondere
milieurechtelijke beginselen: de basisbeginselen of de grondslagen van
het milieurecht. Het betreft hier beginselen die voorafgaan aan overige
milieurechtelijke beginselen en de fundering voor die beginselen
vormen: men kan de overige milieurechtelijke beginselen zien als
operationaliseringen van deze basisbeginselen. We maken, wat de
Nederlandse grondslagen betreft, onderscheid tussen de
publiekrechtelijke grondslagen die in de Grondwet (Gw) te vinden zijn
en de privaatrechtelijke grondslagen uit het Burgerlijk Wetboek (BW).
[Figuur 1 Indeling milieurechtelijke beginselen [02.1_beginselen.gif]]
Bestuurlijke en 'particuliere' milieuzorg
In de laatste paragraaf (2.5) worden enkele concretiseringen van
dergelijke milieurechtelijke beginselen gegeven. Het betreft beginselen
die reeds het karakter hebben van tot de burgers of bestuur gerichte
normen. De hier behandelde normen hebben echter nog steeds een
abstract karakter en vestigen in zeer algemene zin plichten op het
terrein van de milieuzorg. Dergelijke bepalingen drukken de eigen
verantwoordelijkheid van burger en overheid uit voor het milieu. Onder
sommige omstandigheden kan de overheid de burgers aan hun
verplichtingen houden, ook al is niet in detail voorgeschreven voor wie
en onder welke omstandigheden dergelijke plichten gelden. We spreken
dan van de algemene zorgplicht in de milieuwetgeving.
Nadat de artikelen in de Nederlandse wetgeving waarin algemene
zorgplichten zijn geformuleerd zijn aangegeven, zal de vraag worden
behandeld of we hier te maken hebben met publiekrechtelijke of met
privaatrechtelijke plichten. Wat hun werkingssfeer betreft, is de
beantwoording van die vraag niet onbelangrijk. We sluiten dit hoofdstuk
af met een beschrijving van het verschijnsel van de bedrijfsinterne
milieuzorg; een onderwerp bij uitstek waarin de verinnerlijking van de
milieuzorg naar voren komt. Ook hier geldt weer: bijzondere aandacht
voor het juridisch karakter. De volgende vragen komen aan de orde.
Kan een bedrijfsintern milieuzorgsysteem in de milieuvergunning worden
opgenomen? Kan een dergelijk systeem in de plaats komen van het
gebruik van handhavingsmiddelen? Wat is de relatie van zo'n systeem
met het gebruik van privaatrechtelijke instrumenten en tot slot, hoe
wordt in de rechtspraak de verwerking van dergelijke
milieuzorgsystemen in de milieuvergunning benaderd?