5.3.1 Inleiding
Internationale milieuconferenties
Internationale milieuconferenties vormen een treffen van partijen die
zich de zorg voor het milieu op internationaal niveau aantrekken. Dat
het daarbij niet alleen om staten hoeft te gaan bewijst vooral de
UNCED-conferentie uit 1992, waar de belangrijke rol van de
zogenaamde ngo's (non governmental organisations) opvallend was.
Dergelijke milieuconferenties plegen niet op een structurele manier te
worden gehouden (eens in een vast aantal jaren) maar ontstaan vaak op
de golven van versterkt algemeen ervaren zorg voor de kwaliteit van
natuur en milieu. Zo is de Stockholm-Conferentie uit 1972 te zien als
een reactie op het Rapport van de Club van Rome en kan de
UNCED-Conferentie van twintig jaar later te Rio de Janeiro worden
beschouwd een gevolg te zijn van de Tsjernobyl-ramp en de 'hausse'
van zorg voor aantasting van de ozonlaag en de gevolgen van het
broeikas-effect. Vanwege de algemeen ervaren zorg voor de gevolgen
van het broeikas-effect is in 1997 de klimaatconferentie gehouden in de
Japanse stad Kyoto.
Milieuconferenties zijn niet alleen een reactie op dergelijke
zorgbelevingen, al dan niet ingegeven door alarmerende signalen
omtrent de milieuproblematiek, zij vormen ook een katalysator voor
maatregelen om iets aan die problematiek te doen. Dergelijke
conferenties monden al snel uit in verklaringen omtrent de gezamenlijke
punten van zorg en intenties voor verdere acties. Deze zijn, voorzien
van algemene uitgangspunten of geformuleerde milieubeginselen, vaak
in de vorm van regels voor toekomstig handelen van staten of
niet-statelijke organisaties opgenomen in verdragen. Ook omdat
dergelijke conferenties een belangrijke rol plegen te vervullen bij de
codificatie van milieurechtelijke beginselen en regels in verdragen,
zullen we hierna op een viertal van dergelijke conferenties ingaan. Zoals
in de inleiding is gezegd, gaat het om drie conferenties met een
mondiaal karakter Stockholm, Rio de Janeiro en Kyoto) en één van meer
regionale aard die we hier kort aanstippen vanwege het feit dat ze in ons
land plaatsvond. De drie eerstegenoemde betreffen de belangrijkste
milieuconferenties die tot nu toe in de wereld zijn gehouden.
Internationale milieuorganisaties
Bij de verdragen kunnen afspraken worden gemaakt tussen staten,
waarbij men zich jegens elkaar verplicht tot een bepaald handelen, maar
men kan ook een internationale organisatie oprichten. Worden aan een
aldus tot stand gekomen internationale organisatie bevoegdheden
toegekend om bindende beslissingen te nemen ten aanzien van staten of
burgers, dan is er sprake van een supranationale organisatie. Zo heeft
het EEG-verdrag voorzien in de oprichting van organen waaraan de
staten besturende, wetgevende en rechtsprekende bevoegdheden
hebben toegekend. In toenemende mate is ook de zorg voor het milieu
onderwerp van Europees beleid en Europese rechtspraak. Vanwege het
bijzonder belangrijke karakter van de ontwikkeling van het Europese
recht voor het Nederlandse recht - ook op het terrein van de milieuzorg
- besteden we hierna in een afzonderlijk hoofdstuk aandacht aan de
ontwikkeling van het Europese milieurecht.
Meestal gaat het echter in het internationale recht om organisaties
waaraan geen bindende bevoegdheden zijn toegekend en die dan vaak
taken hebben op het terrein van advisering, onderzoek en rapportering.
Een voorbeeld van een dergelijke organisatie op het terrein van de
milieuzorg is de UNEP. Het was onder meer het doel van de Verklaring
van 's-Gravenhage om de positie van dit orgaan te versterken zodat het
ook beslissingen kan nemen die bindend zijn ten aanzien van staten.
Dat is echter maar in beperkte mate gelukt.
Hierna zal blijken dat vooral binnen het kader van de VN organen in het
leven zijn geroepen met al dan niet uitsluitend de taak bepaalde
milieubelangen te behartigen. Maar het zijn niet alleen de VN die zich de
zorg voor het milieu hebben aangetrokken. De EU hebben we reeds
genoemd, maar ook de OESO, de Wereldhandelsorganisatie, de Raad
van Europa en zelfs de NAVO hebben zich de zorg voor het milieu
aangetrokken en hebben in dat verband besluiten genomen waarbij de
organisatie zelf of aangesloten landen zich verplichten bepaalde
milieutaken uit te voeren. We behandelen hier uitsluiten de door of via
staten, dus de gouvernementele milieuorganisaties op internationaal
niveau. We wijzen er echter op dat daarnaast ook tal van niet-gouvernementele internationale milieuorganisaties bestaan (waarvan
Greenpeace zonder twijfel de meest bekende is). Vanwege hun vaak ad
hoc-karakter, maar vooral omdat ze per definitie een relatief beperkte
rol spelen bij de ontwikkeling van het internationale milieurecht dat zich
hoofdzakelijk dus op (inter)statelijk niveau afspeelt, gaan wij in dit
hoofdstuk aan die organisaties voorbij.