8.5.1 Inleiding
Ook al is het aantal plannen in de nieuwe planstructuur aanmerkelijk
teruggelopen, toch is het nog steeds noodzakelijk de verschillende
plannen en - meer nog - de daarop gebaseerde besluiten op elkaar af te
stemmen. We maken daarbij onderscheid tussen de afstemming binnen
hetzelfde overheidslichaam (horizontale afstemming) en afstemming
tussen de organen van overheidslichamen op verschillende
bestuursniveaus (verticale afstemming). Bij deze beide vormen van
afstemming gaat het er niet alleen om de uitvoeringsbesluiten in
overeenstemming te doen zijn met het beleid zoals dat in de plannen is
vastgelegd, maar ook om de afstemming tussen het milieubeleid en het
beleid op de 'aanleunende' gebieden zoals de ruimtelijke ordening, de
waterhuishouding en het natuurbeleid. We zullen hierna (subpar. 8.5.2)
eerst ingaan op de afstemming tussen plannen binnen eenzelfde
overheidslichaam: de horizontale afstemming. Men kan hier onderscheid
maken tussen de afstemming van verschillende besluiten op het terrein
van het milieubeleid (interne afstemming) en de afstemming tussen
milieubeleidsplannen en plannen op andere beleidsgebieden (externe
afstemming). In het eerste geval zijn twee functies van het
milieubeleidsplan van belang: de functie als integratiekader voor
milieurelevante beslissingen en de richtinggevende functie voor het
milieubeleid binnen het openbaar lichaam. In het tweede geval zijn de
onderlinge afstemmingsmogelijkheden van verschillende beleidsplannen
van belang die een vergelijkbaar gewicht hebben en die relevant zijn
voor het beleid op elkaars gebieden. We zullen de
afstemmingsmethodiek weergeven die wordt aangeduid als 'haasje over
springen' maar ook ingaan op een verdergaande vorm van
beleidsafstemming zoals die zich thans op provinciaal niveau ontwikkelt:
de vorming van provinciale omgevingsplannen waarbij sprake is van de
wens om te komen tot beleidsintegratie op de terreinen van het
milieubeleid, de ruimtelijke ordening, de waterhuishouding en eventuele
andere relevante beleidsterreinen. In het laatste onderdeel van deze
paragraaf over afstemming (subpar. 8.5.3) wordt de verticale
afstemming behandeld. Het betreft dan de beïnvloedingsmogelijkheden
van bestuursorganen op verschillend overheidsniveau om het beleid van
een ander orgaan 'in lijn' te brengen met het eigen milieubeleid. Het
meest ingrijpend is hier de bevoegdheid van de minister van VROM om
aanwijzingen te geven ten aanzien van de inhoud van provinciale
milieubeleidsplannen. Dergelijke aanwijzingen kunnen provinciale
milieudoelstellingen ontkrachten die volgens rijksinzichten te ver of juist
niet ver genoeg gaan!