In deze paragraaf besteden we aandacht aan de procedure voor wijziging of intrekking van de beschikking of de voorschriften of beperkingen. Op deze procedures is paragraaf 3.5.6 Awb van toepassing waarin het 'oude' recht uit de Wm over dit onderwerp is overgenomen. In paragraaf 3.5.6 Awb wordt gesproken van 'Besluiten tot wijziging of intrekking en ambtshalve andere te nemen besluiten'. Dat laatste wijst op het gegeven dat het meestal handelt om besluiten waarbij het initiatief bij het bestuur ligt. We zullen hierna zien dat deze procedure ook betrekking ken hebben op besluiten op initiatief van 'particulieren'.

In subparagraaf 12.4.2 wordt eerst ingegaan op de toepasselijkheid van de procedure van paragraaf 3.5.6 Awb op milieubesluiten (A). Het betreft daar wijziging van de milieuvergunning ambtshalve als op verzoek van derden (niet de vergunninghouder). Tevens betreft het de intrekking van de vergunning zowel ambtshalve als op verzoek van de vergunninghouder! Nadat de belangrijkste verschillen met de gewone 'aanvraag-procedure' op een rijtje zijn gezet (B), geven we de twee fasen van deze procedure weer, opgesplitst in een zestal deelstappen. Deze twee hoofdfasen worden in de volgende subparagrafen beschreven.

In subparagraaf 12.4.3 staan we stil bij de eerste fase: de voornemenfase. Deze start met de kennisgeving van het voornemen (A) waarna advisering omtrent dat voornemen plaatsvindt en bestuursorganen en verzoeker zienswijzen daaromtrent kunnen indienen (B).

Het openbare deel van de procedure (de uitvoeringsfase) volgt in tweede instantie (subpar. 12.4.4). In bepaalde gevallen kan deze fase worden overgeslagen (A). Zo niet dan start deze deelprocedure met de kennisgeving van de ontwerpbeschikking vergelijkbaar met het tweede deel van de procedure op aanvraag (B). In deze subparagraaf wordt nog op enkele bijzondere zaken in deze fase ingegaan zoals de inhoud van de mededeling die bij de kennisgeving wordt gedaan (C), de bijzondere eisen die op dit punt gesteld worden aan wijzigings- of intrekkingsbeschikkingen (D), de mogelijkheid van schriftelijke bedenkingen (E) en de beslistermijnen (F). Deze laatste bedragen maximaal zestien weken voor de gehele procedure en acht weken als alleen de uitvoeringsprocedure (bij 'opgelegde besluitvorming') hoeft te worden gevolgd.