12.5.1 Inleiding


Algemene regeling in Wob
Openbaarheid van gegevens is een belangrijk goed in onze rechtsstaat. Het openbaar zijn van stukken bij besluitvormingsprocedures van de overheid staat in die procedures dan ook voorop. Niettemin kan het onder bepaalde omstandigheden geboden zijn op bepaalde stukken geheimhouding toe te passen. Deze geheimhouding is echter in beginsel de uitzondering op de regel van de openbaarheid. De openbaarheid is in Nederland overwegend geregeld in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) die bij de invoering van de vierde tranche van de Awb in laatstgenoemde wet zal worden opgenomen.Zie noot De Wob maakt onderscheid tussen openbaarheid op verzoek (passieve openbaarheid) en openbaarheid op initiatief van een bestuursorgaan (actieve openbaarheid). De Wm bevat in hoofdstuk 19 een bijzondere regeling omtrent de openbaarheid, maar meer nog omtrent de geheimhouding van stukken in procedures voor beschikkingen waarop de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedures van paragraaf 3.5 Awb van toepassing zijn. Deze regeling heeft voorrang op de algemene regeling in de Wob.

Speciale regeling in Wm
In deze paragraaf behandelen we de speciale regeling van de openbaarheid en van de geheimhouding in de Wm. We zullen daarbij de structuur van hoofdstuk 19 Wm volgen waar eerst aandacht wordt geschonken aan het inzagerecht en de informatieplicht en daarna wordt ingegaan op de geheimhouding.
Voorafgaand daaraan staan we in subparagraaf 12.5.2 kort stil bij de verhouding tussen de algemene regeling in de Wob en de bijzondere regeling van de Wm (A) en bij de bedoeling en algemene inhoud van de regeling in de Wm (B).

Inzagerecht
In subparagraaf 12.5.3 wordt het recht behandeld voor ieder om vanaf het einde van de beroepstermijn de beschikking en de daarop betrekking hebbende stukken permanent in te zien. Deze bepalingen vormen een aanvulling op de procedureregeling van de Awb en de Wm die de inzagemogelijkheid tijdens de procedure regelen (A). In de regeling van de milieuverslaglegging van hoofdstuk 12 Wm zijn bijzondere bepalingen omtrent de informatieplicht ten aanzien van het milieuverslag opgenomen (B).

Geheimhoudingsplicht
De in subparagraaf 12.5.4 behandelde regeling van de geheimhouding krijgt in de Wm - en ook hier - de meeste aandacht. Deze regeling kan worden toegepast bij bedrijfsgeheimen en beveiligingsgegevens maar ook in het belang van de veiligheid van de staat of ter nakoming van internationale verplichtingen in welke laatste gevallen de betrokken minister om toepassing kan vragen (A). Uitgangspunt van de regeling is dat er een tweede tekst wordt overgelegd en gepubliceerd waarin de geheim te houden gegevens niet voor komen. Het bevoegd gezag dient echter ten behoeve van de beoordeling wél over de oorspronkelijke (eerste) tekst te beschikken. Ook bij de invoering van de regeling voor de milieuverslaglegging in 1997 zijn in de Wm bepalingen opgenomen die de mogelijkheid van geheimhouding van bepaalde onderdelen van het verslag regelen (B). Ook hier kan het bedrijfsgeheimen en beveiligingsgegevens betreffen. De regeling in artikel 19.7 Wm is weer als verbijzondering te zien van de regeling van hoofdstuk 19 Wm in haar algemeenheid (C).