13.6.1 Inleiding


Oorzaak en gevolg in verschillende staten
Onder grensoverschrijdende rechtsbescherming verstaan we de juridische mogelijkheid van burgers uit de ene Staat om op te komen tegen aantasting van rechtsbelangen waarbij de bron van aantasting in een andere Staat is gelegen. De oorzaak van de rechtsinbreuk doet zich dus in een andere Staat voor dan de gevolgen daarvan. Als gevolg van de toenemende 'internationalisering' van de milieuverontreiniging stijgt ook de kans dat burgers uit de ene Staat schade of hinder ondervinden door activiteiten in de andere. Dit roept de vraag op of burgers in rechte kunnen opkomen tegen dergelijke vormen van milieu-overlast. Om die reden kan bij een behandeling van het Nederlandse milieurecht niet voorbijgegaan worden aan deze internationale dimensie van de milieubescherming. We zullen daarbij overigens geen vragen behandelen of individuele burgers of groepen kunnen opkomen bij (dreigende) milieu-overlast als algemeen belang. Deze vragen kunnen immers slechts beantwoord worden aan de hand van het interne recht van de desbetreffende andere Staat en een dergelijke behandeling gaat dit kader te buiten.
In verband met de grensoverschrijdende rechtsbescherming zijn achtereenvolgens twee vragen te stellen:
1. welk recht is van toepassing op het geschil - en daarvan afgeleid - welke rechter (in welke Staat) is bevoegd kennis te nemen van de vordering en wat zijn de mogelijkheden om het vonnis van de rechter in de andere Staat te executeren (uit te laten voeren);
2. welke mogelijkheden biedt het recht van de Staat waarin de rechter bevoegd is, om buitenlandse vorderingen te ontvangen.

Toepasselijk recht
In de volgende subparagrafen zullen we deze vragen achtereenvolgens behandelen. In subparagraaf 13.6.2 wordt onderscheid gemaakt tussen bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke rechtsbescherming (onder A). In het eerste geval betreft het de bestuursrechter die ook in de desbetreffende Staat bevoegd is van het beroep van de eigen burgers kennis te nemen. In het tweede geval regelt het EEG-Executieverdrag deze materie. Daarbij kan gekozen worden tussen de plaats waar de gebeurtenis is veroorzaakt en de plaats waar de gevolgen zich hebben voorgedaan wat voor milieuschade van belang kan zijn. Het verdrag regelt de wijze waarop vonnissen van de burgerlijke rechter in andere lidstaten in de andere staten uitgevoerd moeten worden. We staan (onder B) kort stil bij hoe dat in Nederland zijn beslag vindt.

Rechtstoegang
In paragraaf 13.6.3 behandelen we de vraag naar de rechtstoegang door niet ingezetenen. Nadat de internationale rechtsbeginselen die daarop betrekking hebben (onder A) kort zijn behandeld, gaan we (onder B, C en D) in op de wijze waarop dit probleem in respectievelijk België, Duitsland en Frankrijk wordt benaderd. Er blijkt (onder E) dat Nederland al vroeg een liberale houding op dit terrein heeft ingenomen.