14.2.1 Inleiding
In deze paragraaf behandelen we enkele algemene aspecten van
milieuheffingen. Vragen die hier aan de orde komen zijn: hoe kunnen de
milieukosten van producten in de prijs worden doorberekend, hoe
verhoudt het instrument van de heffing zich tot dat van normstelling,
hoe kunnen milieuheffingen als beleidsinstrument worden gebruikt, wat
is het rechtskarakter van de milieuheffing en welke soorten heffingen
kunnen worden onderscheiden. Het gaat hierbij om algemene aspecten
van milieuheffingen: op de specifieke Nederlandse milieuheffingen gaan
we in de volgende paragraaf nader in.
Als eerste behandelen we de betekenis van heffingen als marktgerichte
instrumenten van het milieubeleid. Zolang de werkelijke milieukosten
niet als productiefactor rechtstreeks doorberekend worden in de prijs
van producten, kunnen heffingen die rol vervullen. In subparagraaf
14.2.2 zullen we, na dit aspect in algemene zin aan de orde te hebben
gesteld, ingaan op de mogelijkheid van verhandelbare emissie- of
vervuilingsrechten: de vergunningenmarkt; wat wordt daaronder
verstaan en wat kan hun betekenis zijn in het Nederlandse milieurecht.
In feite gaat het daarbij om het tegenovergestelde van milieuheffingen
aangezien het de mogelijkheid betreft tot toekenning van bepaalde
vervuilingsrechten door de overheid aan bedrijven. Omdat deze rechten
op geld waardeerbaar zijn en overgedragen kunnen worden, behandelen
we ze toch in deze paragraaf en niet in hoofdstuk 11 over
milieubeschikkingen. In subparagraaf 14.2.3, onder A behandelen we de
vraag naar het rechtskarakter van de milieuheffing. Is het een belasting
(zonder tegenprestatie van de overheid) of een retributie (wel
tegenprestatie), dan wel een andere vorm van bijdrage aan de overheid?
Vervolgens zullen (onder B) we enkele soorten milieuheffingen
onderscheiden, waarvan er in het Nederlands milieubeleid een drietal
worden toegepast: de bestemmingsheffing, de regulerende heffing en de
belasting op milieugrondslag. De heffing als beleidsinstrument komt in
subparagraaf 14.2.4 aan de orde waar eerst (onder A) aandacht wordt
besteed aan de voordelen van milieuheffingen boven fysieke regulering
in de vorm van verboden en geboden en daarna (onder B) wordt
ingegaan op de mogelijkheden van heffingen als financieringsbron voor
het milieubeleid waarbij het beginsel 'de vervuiler betaalt' een
belangrijke rol speelt. Ondanks het feit dat de opbrengsten van
milieuheffingen in Nederland slechts in beperkte mate rechtstreeks
worden gebruikt voor de financiering van het milieubeleid, wordt kort
stilgestaan bij een model waaruit de relatie tussen de vervuiling en de
vervuilers genuanceerd naar voren komt. In subparagraaf 14.2.5
behandelen we ten slotte een onderwerp dat aan actualiteit wint: de
zogenaamde 'ecotax'. Al is op Europees niveau de discussie over dit
onderwerp in eerste instantie vastgelopen, in diverse lidstaten van de
EG wordt schoorvoetend overgegaan tot invoering van deze heffing die
het energiegebruik en het gebruik van broeikasgassen zou moeten
remmen. Mede tegen de achtergrond van de Klimaatconferentie van
Kyoto (december 1997) zou het nieuwe Commissievoorstel uit 1997
wellicht meer kans kunnen maken. Meer in het bijzonder staan we stil
bij de invoering van deze milieubelasting door onze zuiderburen.