17.3.1 Inleiding

Anders dan de in de vorige paragraaf behandelde overeenkomsten worden de hier bedoelde niet door het privaatrecht maar door het publiekrecht beheerst. Bepalend voor het specifieke karakter van de overeenkomst is de wettelijke regeling waarin de mogelijkheid tot het sluiten van dergelijke overeenkomsten is opgenomen. In Nederland heeft zich, in tegenstelling ten opzichte van bijvoorbeeld Frankrijk, (nog) geen publiekrechtelijk overeenkomstenrecht kunnen ontwikkelen. De rechter heeft hier, bij gebrek aan algemene wetgeving op dit punt, de neiging bij onduidelijkheid over de rechtstoepassing bij overeenkomsten terug te vallen op het 'gemene' privaatrecht, al groeien de beide rechtsgebieden ook op dit punt wel steeds meer (misschien juist daarom!) naar elkaar toe.Zie noot
Toepassing Wet gemeenschappelijke regelingen
De belangrijkste regeling inzake de publiekrechtelijke overeenkomsten betreft de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). We zullen hierna (subpar. 17.3.2) eerste enkele samenwerkingsvormen die deze wet kent onderscheiden. Deze samenwerkingsvormen vinden hun grondslag in publiekrechtelijke overeenkomsten tussen bestuursorganen. Na een algemene verkenning van deze mogelijkheden in de Wgr (A) worden eerst de samenwerkingsvormen kort besproken (onder B) waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen overeenkomsten waarbij bevoegdheidsoverdracht plaatsvindt aan een centrumgemeente, een gemeenschappelijk orgaan of aan een openbaar lichaam. Afzonderlijk staan we (kort) stil bij en overeenkomsten waarbij men afspraken maakt over het gebruik van bestuursbevoegdheden (C). Worden in het laatstbedoelde geval afspraken gemaakt over het gebruik van milieubevoegdheden, dan kan met recht gesproken worden van een publiekrechtelijke milieu-overeenkomst. Voor zover ons bekend, wordt door overheden nauwelijks van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
Beheers- en onderhoudsovereenkomsten
Een bijzondere vorm van publiekrechtelijke milieu-overeenkomsten zijn de beheers- en onderhoudsovereenkomsten (subpar. 17.3.3) die hun grondslag vinden in specifieke algemene maatregelen van bestuur ingevolge artikel 25a van de Natuurbeschermingswet. Op basis van deze regelingen worden overeenkomsten gesloten tussen het Ministerie van LNV en boeren waarbij afspraken worden gemaakt over extensivering van het agrarisch gebruik en het onderhoud van de gronden en opstanden. Tegenover deze beperkingen en onderhoudsverplichtingen staan dan vergoedingen waarvan de hoogte samenhangt met de omvang en intensiteit van het pakket maatregelen dat getroffen moet worden.
Waterakkoorden
Ten slotte gaan we in deze paragraaf kort in op de zogenaamde 'waterakkoorden' tussen beheerders van oppervlaktewateren waarbij ook de kwaliteit van dat water aan de orde kan zijn en die in dergelijke gevallen dus ook als instrumenten van het milieubeleid kunnen fungeren (subpar. 17.3.4).