17.4.1 Inleiding
Niet gericht op rechtsgevolgen
Als (bestuurlijke) afspraken geen publiekrechtelijk karakter hebben,
behoeven ze nog niet per definitie als privaatrechtelijk te worden
gekwalificeerd. We kunnen immers onderscheid maken tussen
afspraken die gericht zijn op het teweegbrengen van rechtsgevolgen en
afspraken die dergelijke gevolgen niet op het oog hebben of waarbij
door partijen in het midden wordt gelaten of dergelijke gevolgen aan
hun wilsuitingen moeten worden toegekend. In dat laatste geval gaat
het om juridisch niet-bindende afspraken. Wel kunnen dergelijke
afspraken (ongewild) tot rechtsgevolgen leiden, als er bijvoorbeeld
schade door ontstaat, maar dat zijn natuurlijk niet de beoogde
gevolgen.
Milieuakkoorden en milieuconvenanten
In deze paragraaf behandelen we dergelijke afspraken zoals die op
bestuurlijk niveau veelvuldig worden gemaakt. In deze paragraaf gaan
we in op dergelijke bestuurlijke akkoorden en hun betekenis voor de
milieubescherming. Men moet deze akkoorden goed onderscheiden van
de milieuconvenanten die we in de volgende paragraaf behandelen.
Hier betreft het overeenkomsten die louter tussen bestuursorganen
worden gemaakt. Bij milieuconvenanten gaat het om afspraken waarbij
ook 'marktpartijen', meestal in de vorm van brancheorganisaties, maar
ook andere organisaties of particulieren zijn betrokken.
Begripsbepaling
In subparagraaf 17.4.2 staan we kort stil bij het karakter van dergelijke
afspraken waarbij deze vooral worden vergeleken met overeenkomsten
die wél expliciet zijn gericht op bepaalde rechtsgevolgen. Daar zal
blijken dat - voorzichtig gezegd - niet steeds duidelijk is of sprake is
van een juridisch bindende overeenkomst of niet. Ook blijkt dat deze
vraag niet eens altijd zo belangrijk is: de bestuurlijke ethiek kan onder
omstandigheden meer binding opleveren dan de dreiging van een
rechterlijk vonnis.
Praktijkvoorbeelden
In subparagraaf 17.4.3 worden vervolgens enkele van dergelijke
bestuursovereenkomsten behandeld. Het betreft hier slechts enkele
voorbeelden. Er wordt niet getracht een uitputtende opsomming te
geven. Dat is ook niet mogelijk omdat de meeste van dergelijke
akkoorden niet gepubliceerd worden. Het betreft hier:
- het bestuurlijk milieu-akkoord tussen de minister van VROM en de
VNG over de rol van de gemeenten in het milieubeleid;
- de bestuursovereenkomsten tussen de minister van VROM, het IPO
en de VNG omtrent zowel de instelling van het Afval Overleg Orgaan
als van de afvalstoffenregio's;
- de bestuursovereenkomsten tussen Rijk, provincies en gemeenten
over het ROM-gebiedenbeleid en de uitvoering in dat verband van
plannen van aanpak;
- het 'NUBL-akkoord' tussen een drietal ministeries en de provincies
Noord-Brabant en Limburg over vooral de bestrijding van de
ammoniakproblematiek.